Tot de belangrijkste kenmerken van de barokke muziek (vanaf 1600) behoort de toenemende emancipatie van de instrumentale muziek naast de vocale muziek. Deze emancipatie was mogelijk als gevolg van de almaar toenemende kwalitatieve verbetering van muziekinstrumenten. Sinds de 17e eeuw begonnen componisten niet alleen voor instrumenten, maar ook specifieke instrumentale ensembles te schrijven. De cursus Algemene muziekleer II staat in het teken van de organologie, oftewel de leer van de muziekinstrumenten. Achtereenvolgens worden de vier hoofdcategorieën instrumenten in het symfonieorkest – strijkinstrumenten, houten blaasinstrumenten, koperen blaasinstrumenten en slagwerk – verkend. Parallel zullen orkestwerken in diverse bezettingen aan de orde worden gesteld.
In de 17e eeuw zijn het vooral de strijkinstrumenten die door bouwers als Stradivari tot perfectie worden gevoerd. Het eerste professionele instrumentale ensemble in de Westerse muziekgeschiedenis bestaat dan ook uit strijkinstrumenten: les 24 violons du Roi in Versailles. In de opera’s die Jean-Baptiste Lully voor de Zonnekoning schreef speelt ook al enkele houten blaasinstrumenten mee, zoals een hobo en een fagot. Deze instrumenten zijn dan ook vertegenwoordigd in de diverse orkesten die 18e eeuwse aristocraten er op nahouden, zoals bijvoorbeeld in de vroegere symfonieën van Haydn is te horen. Koperen blaasinstrumenten bestaan dan al wel, maar figureren vooral in andere contexten, zoals de jacht (hoorns) en het leger (trompetten). Als componisten deze instrumenten willen opnemen in het symfonieorkest, ontstaan er problemen, omdat veel blaasinstrumenten anders zijn gestemd dan strijkinstrumenten. De uitdaging van het lezen van een orkestpartituur is dan ook de diversiteit van de stemmingen en de hieruit voortvloeiende notatieconventies voor de verschillende instrumenten. In de cursus zullen de stemmingen van de verschillende blaasinstrumenten worden besproken en geoefend. Aan de hand van in complexiteit toenemende partituurbladzijden zal de opbouw van orkestpartituren uit de doeken worden gedaan.
De cursus zal worden gedoceerd op tien dinsdagochtenden van 21 januari tot en met 1 april 2025 (18 februari collegevrij) van 11.00 uur tot 13.00 uur in het gebouw van de Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105 in Amsterdam. Voor meer informatie en aanmelding kunt u hier klikken.