Zoals het jaar 2020 voor de muziekwereld een Beethoven-jaar is, zal het jaar 2021 een Stravinsky-jaar, omdat het dan 50 jaar geleden zal zijn dat de componist, die wordt beschouwd als de grootste componist van de 20e eeuw, overleden is. Wat Beethoven en Stravinsky met elkaar gemeen hebben, is dat ze allebei een werk schreven waarvan met recht kan worden gezegd dat het de muziekgeschiedenis veranderde: zoals Beethoven met zijn Eroica-symfonie de Romantiek inluidde, staat Stravinsky’s ballet Le Sacre du printemps (1913) te boek als het openingswerk van de moderne muziek.
Tot de meest opmerkelijke facetten van Stravinsky behoort dat hij zijn stijl tot tweemaal toe ingrijpend vernieuwde. Verrassend is dat deze stijlvernieuwingen deels gepaard gingen met een verandering van inspiratiebronnen. Wat vaak Stravinsky’s Russische fase wordt genoemd – waarin de drie beroemde balletten De vuurvogel (1910), Petruška (1911) en de genoemde Le Sacre du printemps (1913) vallen – wordt gekenmerkt door een oriëntatie op Russisch heidendom. Hierop volgde Stravinsky’s neoklassieke fase, waarin hij meerdere malen zijn inspiratie putte uit de Griekse Oudheid (zoals in de balletten Apollon musagète en Orpheus). Na de dood van Arnold Schönberg (in 1951) ontwikkelde Stravinsky zijn eigen variant van twaalftoonsmuziek. De werken die hij in deze stijl schreef, hebben geregeld een Bijbels-christelijk onderwerp. Er kan dus worden gesteld dat Stravinsky voor zijn werk uit de drie belangrijkste bronnen van de Europese cultuur heeft geput.
10 maandagmiddagen: 25 januari t/m 5 april maart 2021 (geen college op 22 februari), van 13.30 uur tot 16.00 uur.
Locatie: De Groote Sociëteit, Koestraat 8, 8011 NK Zwolle.
De cursus gaat door met een minimum van 10 deelnemers. De cursusprijs bedraagt € 252.50 (excl. € 10.00 voor een syllabus).