Zelden is een aanstormend muzikaal talent zo gelanceerd als de 20-jarige Johannes Brahms (1833-1897) in 1853. Na een ontmoeting met componist Robert Schumann schreef deze in het ooit door hemzelf opgerichte Neue Zeitschrift für Musik een eulogie op Brahms, waarin Brahms in religieus getinte taal werd opgehemeld als de muzikale messias voor de toekomst. Hoewel Brahms al snel moest onderkennen dat Schumanns loftuiting hem niet louter voordeel bracht, kan achteraf maar worden geconcludeerd dat Schumann Brahms’ talent haarscherp heeft onderkend. Uiteindelijk zou het door Schumann begroette genie met zijn prachtige kamermuziek, imposante symfonieën en aangrijpende koorwerken als Ein deutsches Requiem uitgroeien tot één van de grootste componisten uit de Westerse muziekgeschiedenis.
De muziek van Brahms is vaak getypeerd als de perfecte synthese van de klassieke traditie en de romantiek. Brahms uitte zichzelf in de gevestigde genres van de klassieke stijl – symfonie, concert, pianomuziek, kamermuziek – in een romantisch idioom, maar zonder zich in te laten met de virtuoze orkestratiekunst van Berlioz en Liszt. Tot verbazing van muziekminnend Wenen, waar Brahms zich in 1862 blijvend vestigde, was deze geboren Hamburger echter vooral een bewonderaar van Johann Sebastian Bach, wiens diep doorwrochte muziek feitelijk de diepste invloed op Brahms’ eigen stijl uitoefende.
Brahms’ muziek is doortrokken van een sterk gevoel van vergankelijkheid. Of het nu zijn kamermuziek – zijn grote specialiteit! – zijn orkestmuziek of koorwerken zijn, over veel van zijn muziek ligt een weemoedige, herfstige gloed. Het stelde hem in de gelegenheid indringende muzikale reflecties over de kwetsbaarheid van het menselijke leven te schrijven, zoals Ein deutsches Requiem (op.45; 1868) en Nänie (op.82), beginnend met de woorden ‘Auch das Schöne muss sterben.’
In tien colleges zal een representatieve selectie uit Brahms’ oeuvre worden besproken tegen de achtergrond van Brahms’ levensgeschiedenis en dynamieken in het muziekleven in Wenen in de tweede helft van de 19e eeuw met de bedoeling de muziekliefhebber in de gelegenheid te stellen na de cursus de verkenning van Brahms’ muziek op eigen kracht te kunnen voortzetten.
De cursus zal worden gedoceerd op tien maandagmiddagen van 22 september tot en met 8 december 2025 (geen college op 20 oktober en 17 november) van 13.30 uur tot 15.30 uur in het gebouw van De Groote Sociëteit, Koestraat 8 in Zwolle. De cursusprijs bedraagt € 302.95, inclusief een syllabus ter waarde van € 20.00.
