Wie pianolessen heeft genoten en de techniek beheerst om zich aan het grotere repertoire te wagen, weet dat bepaalde bundels onmisbaar zijn. Wat Bachs Wohltemperirte Clavier is voor de 18e eeuw en Beethovens pianosonates voor de 19e, zijn Debussy’s twee boeken met pianopréludes (1909–1913) voor de 20e eeuw: een meesterlijke samenvatting van een muzikaal tijdperk. Deze stukken behoren tot het hoogste artistieke niveau binnen de pianoliteratuur. Generaties pianodocenten en muziektheoriedocenten beschouwen Debussy’s préludes als de ideale introductie tot de vroegmoderne muziek. In deze cursus staat hun muzikale rijkdom centraal.
Claude Debussy (1862-1918) componeerde zijn eerste boek met twaalf pianopréludes in 1909–1910; het tweede boek volgde in 1913. Vooral het eerste deel wordt intensief gebruikt in het piano- en muziektheorieonderwijs als inleiding tot de vroegmoderne muziek. Debussy geldt als een van de grote vernieuwers van de westerse muziek. Zijn muzikale ontwikkeling werd gevoed door uiteenlopende invloeden: de Russische romantiek tijdens zijn tijd als huispianist van Tsjaikovski’s mecenas, de zestiende-eeuwse kerkmuziek tijdens zijn studieverblijf in Rome, en vooral de Javaanse gamelanmuziek die hij ontdekte op de wereldtentoonstelling in Parijs in 1889. Deze indrukken boden hem de bouwstenen voor een geheel nieuwe muzikale taal.
De beide boeken met pianopréludes zijn het werk van een rijp kunstenaar die volledig vertrouwd is geraakt met zijn eigen muzikale idioom. Zowel oude kerktoonsoorten als experimentele toonsystemen klinken door, terwijl melodie en ritme zich vaak los lijken te maken van de maatsoort. Opvallend is vooral de uitzonderlijke klankgevoeligheid van deze stukken: Debussy’s préludes zijn muziek van sfeer en nuance, en stellen hoge eisen aan het toucher en de verbeeldingskracht van de pianist.
Tijdens deze cursus wordt een selectie uit beide boeken besproken.
De cursus zal worden gedoceerd op tien dinsdagochtenden van 27 januari tot en met 21 april 2025 (geen college op 24 februari, 24 en 31 maart) van 9.00 uur tot 10.45 uur in het gebouw van de Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105 in Amsterdam. Voor meer informatie en aanmelding kunt u hier klikken.
