In 1877 nam Johannes Brahms de jonge en onbemiddelde Tsjechische componist Antonín Dvořák onder zijn hoede. Hij stuurde enkele van diens werken naar zijn uitgever Simrock met het verzoek een uitgave te overwegen. Simrock stemde toe en vroeg Dvořák, naar het voorbeeld van Brahms’ Hongaarse Dansen, een reeks Slavische dansen te componeren. De uitgave van deze dansen betekende de doorbraak van een van de meest oorspronkelijke muzikale talenten van de 19e eeuw, de componist die nu wordt beschouwd als de grootste van Tsjechië. Deze muziekhistorische cursus neemt u mee naar de rijkdom van de Tsjechische muziek uit de 19e eeuw.

Antonín Dvořák (1841–1904) werd geboren in een arm gezin in een dorp nabij Praag. Zijn muzikale loopbaan begon als organist in een rooms-katholieke kerk en als altviolist in het operagezelschap dat destijds onder leiding stond van Bedřich Smetana (1824–1884), de componist van De Moldau. De door Simrock bestelde Slavische Dansen maakten Dvořák op slag beroemd. Zijn internationale doorbraak volgde met de uitvoering van zijn Stabat Mater in Engeland. In veel composities verwerkte hij elementen van Tsjechische volksmuziek.

Een bijzonder hoofdstuk in zijn carrière was het aanbod om directeur te worden van een nieuw conservatorium in New York en daar bij te dragen aan de ontwikkeling van een authentieke Amerikaanse muziek. Het bekendste resultaat van die periode is zijn symfonie Uit de nieuwe wereld.

In deze cursus staan het leven en werk van Dvořák centraal. Daarnaast komen ook composities van collega’s als Bedřich Smetana, Josef Suk en Leoš Janáček aan bod.

De cursus zal worden gedoceerd op tien dinsdagmiddagen van 27 januari tot en met 21 april 2025 (geen college op 24 februari, 24 en 31 maart ) van 13.30 uur tot 15.30 uur in het gebouw van de Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105 in Amsterdam. Voor meer informatie en aanmelding kunt u hier klikken.